Nieuwsbrief januari 2024


Thuiswerken en wet- en regelgeving


Thuiswerkregeling
Er wordt steeds meer thuisgewerkt. Thuiswerken is een ingeburgerd werkwoord geworden. Als een werkgever het voor bepaalde functies of functiegroepen mogelijk wil maken om thuis te werken, is het verstandig om na te denken over de voorwaarden waaronder dit dient plaats te vinden. Het is verstandig om de van toepassing zijnde regels en regelingen vast te leggen in een thuiswerkregeling. In een thuiswerkregeling kunnen de volgende algemene zaken worden geregeld.

• in welke functies (of functiegroepen) thuis kan worden gewerkt;
• het aantal dagen dat de werknemer thuis kan werken (bijvoorbeeld maximaal twee dagen
per week of de helft van de werktijd) om te voorkomen dat werknemers op al te grote
afstand van hun werk komen te staan);
• bereikbaarheid/tijdstippen;
• werkplekinrichting door de werkgever, vergoeding;
• hoe de controle op de werkplek plaatsvindt, arbeidsomstandigheden;
• vergoedingen voor gebruik privé-uitrusting en -middelen;
• eventuele geheimhouding en beveiliging bedrijfsgegevens;
• eventuele aansprakelijkheid (computervirussen, beschadiging bedrijfsmiddelen, et cetera).
De thuiswerkregeling kunt u (indien beschikbaar) publiceren op het intranet of opnemen in een
personeelsreglement/personeelshandboek.

Thuiswerkovereenkomst
Het is verstandig om een individuele thuiswerkovereenkomst af te sluiten als een werknemer gebruik
wil maken van de thuiswerkregeling en de werkgever daarmee akkoord gaat. In een
thuiswerkovereenkomst komen zaken aan de orde als:
• de dagen of uren waarop de werknemer thuiswerkt;
• de manier en de tijdstippen waarop de werknemer bereikbaar is voor klanten en collega’s;
• de manier waarop de werkplek is ingericht;
• de beveiliging van de apparatuur;
• de vergoeding die de werkgever geeft voor de inrichting van de werkplek;
• de vergoeding die de werkgever geeft voor het gebruik van privémiddelen;
• de manier waarop de controle van de arbeidsomstandigheden op de thuiswerkplek in zijn
werk gaat;
• de aansprakelijkheid bij schade aan apparatuur of bedrijf (bijvoorbeeld door
computervirussen).

Arbo-wetgeving
Bij thuiswerken blijft de werkgever verantwoordelijk voor de inrichting van de werkplek en materialen waarmee hij arbeid laat verrichten. De werkgever is aansprakelijk voor de schade die de werknemer eventueel lijdt in de uitoefening van zijn werk, als deze schade het gevolg is van de werkzaamheden. Hierbij gaat het zowel om schade als gevolg van fysieke als psychische klachten. De werkgever kan slechts ontsnappen aan aansprakelijkheid als hij kan aantonen dat hij zijn verplichtingen is nagekomen of dat de schade het
gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Van dit laatste is in de praktijk bijna nooit sprake. Onder de verplichtingen die de werkgever moet nakomen, vallen onder meer de verplichtingen die hij heeft op grond van de Arbowetgeving.

Fiscale regels
Voor de werkruimte thuis zijn verschillende fiscaal gunstige regels van toepassing, zoals voor de
inrichting, de apparatuur en overige voorzieningen. Voor de overige voorzieningen moet onderscheid
worden gemaakt naar de werkruimte thuis die kwalificeert als werkplek in de zin van de fiscale wet-
en regelgeving en de werkruimte thuis die niet kwalificeert als werkplek.

_____________________________________________________________________________

Strategieën voor het beperken van aansprakelijkheid van bedrijven
Behalve geld verdienen is het besparen van geld en het voorkomen van financiële schade bij ieder bedrijf een prioriteit. Het beperken van aansprakelijkheid is een belangrijk aspect om daarbij in ogenschouw te nemen. Er zijn verschillende strategieën die bedrijven kunnen gebruiken om hun aansprakelijkheid en daaruit eventuele voortvloeiende schade te beperken:

Allereerst is daar de juridische structuur van het bedrijf. Wie niet met zijn privévermogen aansprakelijk wil zijn, doet er goed aan na te denken over het oprichten van een rechtspersoon zoals een besloten vennootschap (BV) of een naamloze vennootschap (NV).

Vervolgens is het zaak om als bedrijf je contracten of overeenkomsten in orde te hebben. Daarin kan (een deel van) de aansprakelijkheid worden uitgesloten. Zorg voor duidelijke en gedetailleerde contracten en overeenkomsten die door een juridisch specialist zijn opgesteld of gecontroleerd. Specificeer voorwaarden, garanties en aansprakelijkheidsbeperkingen in contracten om de aansprakelijkheid te beperken in geval van geschillen. Voeg clausules toe aan contracten die de aansprakelijkheid beperken, zoals uitsluitingsclausules, beperking van aansprakelijkheid en schadebeperkingsclausules.

Stel algemene voorwaarden op die op alle contractuele relaties van toepassing worden verklaard en stel ze ter hand. Zo is een hoop financiële narigheid te voorkomen.

Voor het geval het toch misgaat kan het verstandig zijn om deugdelijke verzekeringen te hebben afgesloten. Voorbeelden zijn een aansprakelijkheidsverzekering, een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en eventueel een productaansprakelijkheidsverzekering.

Verder is het van belang ook een dusdanig bedrijfsbeleid te voeren dat de kans op schade en aansprakelijkheid wordt geminimaliseerd. Implementeer en handhaaf strikte bedrijfsprotocollen en beleidsmaatregelen om risico's te verminderen. Training van werknemers kan ook bijdragen aan het minimaliseren van fouten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden. Train personeel regelmatig op het gebied van naleving van regelgeving, ethiek en bedrijfsrichtlijnen. Bewustwording kan helpen bij het voorkomen van situaties die tot aansprakelijkheid kunnen leiden.

Bij het aangaan van zakelijke connecties zoals fusies is het van belang een behoorlijk due-diligence-onderzoek te laten uitvoeren. Tijdens het due-diligence-onderzoek wordt een onderneming of een persoon zorgvuldig geanalyseerd op economische, juridische, fiscale en financiële omstandigheden. Dit omvat bijvoorbeeld omzetcijfers, vennootschapstructuur of mogelijke relaties met economische criminaliteit, zoals corruptie en belastingfraude. Identificeer en beheer potentiële risico's vóór het aangaan van verplichtingen. Voor je het weet neem je een hoop financiële ellende over.

Bescherm verder producten, merken, recepten, foto’s, logo’s en nog veel meer door de intellectuele eigendom daarvan goed te regelen. Dit kan door middel van het registreren van patenten en handelsmerken. Dit kan het risico op geschillen verminderen en de waarde van het bedrijf vergroten.

Implementeer veiligheidsmaatregelen om letsel of schade te voorkomen. Dit kan variëren van fysieke veiligheidsmaatregelen tot strikte naleving van industrienormen. Houdt ook de Arbowetgeving in het oog.

Het is belangrijk op te merken dat de effectiviteit van deze strategieën kan variëren en dat het verstandig is om juridisch advies in te winnen om ervoor te zorgen dat alle aspecten van aansprakelijkheidsbeperking correct worden behandeld.

_______________________________________________________________________________

Over mij(n kantoor)
Op 1 januari jl. mocht ik vieren dat mijn kantoor alweer 25 jaar bestaat. In die jaren heb ik honderden cliënten mogen ondersteunen, zowel ondernemers als particulieren. Vele honderden zaken zijn door mijn handen gegaan. Er is veel veranderd, niet in het minst door de toenemende digitalisering. Zo werk ik zoveel mogelijk papierloos, overleg ik desgewenst online met mijn cliënten en anderen en maak ik gebruik van de mogelijkheden om mijn cliënten onderweg van dienst te zijn als dat nodig is.

Wat niet is veranderd is dat de mens achter de zaak nog steeds voorop staat. Ik zou mijn werk niet kunnen doen als dat alleen maar zou bestaan uit het achter een beeldscherm zitten en dossiers bestuderen. Juist het verhaal van de mensen waarover die dossiers of zaken gaan interesseren me en maken dat ik gemotiveerd ben om voor ieder mens achter iedere zaak het beste resultaat te verkrijgen of het nu gaat om professionals of 'gewone burgers'. Mijn hart ligt, mede als gevolg hiervan, bij kleine ondernemingen en werknemers. Ik hoop u nog vele jaren te mogen bijstaan. Dank voor uw vertrouwen tot nu toe.

Catharina Mastenbroek

Verplicht op cursus voor de baas?

Is een werknemer verplicht om op verzoek van de werkgever een cursus of opleiding te volgen? En als dat zo is, is hij dan ook verplicht daar vrije tijd aan te besteden? Een en ander is afhankelijk van de concrete situatie. Hierbij spelen goed werkgever- en werknemerschap een rol, de afspraken in de arbeidsovereenkomst en een eventueel toepasselijke cao.

Goed werkgever- en werknemerschap
De werkgever en werknemer zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen. Dat staat in artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek. Wat deze begrippen inhouden is in veel rechterlijke uitspraken (jurisprudentie) vastgelegd. Voor de vraag of een werknemer verplicht kan worden om voor zijn werk een cursus of opleiding te volgen zijn de normen van goed werkgeverschap en goed werknemerschap van belang. Daarnaast is van belang of hierover iets is opgenomen in de arbeidsovereenkomst en of er een cao van toepassing is die hierover iets bepaalt.

Bepalingen over studie in de arbeidsovereenkomst
Als in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat een werknemer een cursus of opleiding dient te volgen in het kader van zijn functie, dan moet een werknemer van goede huize komen om hier onderuit te komen. Afspraak is afspraak. Als met naam en toenaam is opgenomen om welke cursus of opleiding het gaat dan zal er niet veel discussie mogelijk zijn.

Eigen tijd of werktijd
Een werkgever doet er bovendien verstandig aan om ook het een en ander op te nemen over de tijd die de werknemer hieraan besteedt. Het volgen van een cursus is in beginsel werktijd. Dit geldt temeer als deze cursus op verzoek van de werkgever wordt gevolgd. Deze tijd zal ofwel moeten worden betaald of moeten worden vervangen door vrije tijd op een ander moment. Ook kan worden overeengekomen dat zowel de werknemer als de werkgever tijd investeren. Ten slotte is het mogelijk dat de werkgever de kosten van de cursus voor zijn rekening neemt en de werknemer die cursus in zijn vrije tijd doet. Dat zal met name voorkomen als de cursus op verzoek van de werknemer wordt gevolgd.

Terugbetalen studiekosten
In veel arbeidsovereenkomsten staat bovendien een bepaling over het terugbetalen van het cursusgeld als de werknemer de onderneming verlaat. Er zal vaak sprake zijn van een 'glijdende schaal'. Dat wil zeggen dat de terugbetalingsverplichting van de werknemer tijdens de vastgestelde periode evenredig zal afnemen. Als hierover niets in de arbeidsovereenkomst is opgenomen zullen de kosten doorgaans voor rekening van de werkgever blijven.

Studie in de cao
In veel cao's is het onderwerp studie geregeld. Voor een aantal functies is het van groot belang dat de werknemers die onder de cao vallen regelmatig bijgeschoold worden. Men kan hierbij denken aan politie-functionarissen of piloten. Zij zullen regelmatig moeten worden nageschoold om te blijven voldoen aan de eisen die hun functie stelt. Zij worden dan ook verplicht om aan scholing deel te nemen. Vaak is ook in de cao een regeling opgenomen omtrent de tijd die hierin geïnvesteerd wordt en de kosten die aan de opleiding zijn verbonden. Het mag duidelijk zijn dat een werknemer zich hieraan heeft te conformeren. In veel cao's is ook voor de werkgever de verplichting opgenomen om werknemers op te leiden.

Voorwaarden scholing schriftelijk vastleggen
Een werkgever die investeert in de kennis en vaardigheden van een werknemer doet er verstandig aan om met een werknemer een overeenkomst te sluiten waarin wordt opgenomen wie de cursus betaalt, of deze in werktijd of in eigen tijd plaatsvindt, welke gevolgen er zijn verbonden aan het niet halen van examens en of en hoeveel de werknemer aan opleidingskosten moet terugbetalen als hij voor het einde van de cursus of binnen een korte periode na het afronden van een opleiding ontslag neemt of krijgt.

Niets geregeld over studie in de arbeidsovereenkomst of de cao
Als er niets geregeld is in de cao of in de individuele arbeidsovereenkomst kunnen er vragen rijzen omtrent verplichte deelname aan cursussen of opleidingen door de werknemer. Ook kan het juist de werknemer zijn die vindt dat hij recht heeft op scholing terwijl de werkgever daarvan de noodzaak niet inziet. In dergelijke gevallen dient een belangenafweging te worden gemaakt. Goed werkgever- en werknemerschap komen om de hoek kijken. Werkgevers hebben behoefte aan goed opgeleide werknemers. Het kan daarom in hun belang zijn om werknemers op te (laten) leiden om meer kennis en vaardigheden te verwerven zodat zij hun functie nog beter kunnen uitoefenen. Dit is ook van belang om de concurrentie een stapje voor blijven. Bovendien kunnen de werkzaamheden in minder tijd of efficiënter worden uitgevoerd.

Verplicht op cursus voor de baas
Ten slotte kan een waardevolle werknemer zo klaargestoomd worden voor een hogere functie, iets dat in zowel het belang van de werkgever als de werknemer kan zijn. Als een werkgever kan beargumenteren dat het volgen van een opleiding of een cursus door een werknemer nodig of gewenst is voor het goed uitvoeren van zijn functie, dan kan een werknemer doorgaans verplicht worden tot het volgen van een opleiding of cursus.

Studeren in werktijd
De tijd die de werknemer hieraan besteedt is in principe werktijd. De werknemer heeft over die tijd dus recht op loon of vervangende vrije tijd. Als er omstandigheden zijn waardoor het voor een werknemer niet mogelijk of wenselijk is om een opleiding te volgen dan dient de werknemer dat te kunnen aantonen. De werkgever zal daarmee dan rekening moeten houden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een werknemer privé-omstandigheden heeft die het volgen van een opleiding op dat moment bemoeilijken zoals een zieke partner of een ziek kind waarvoor hij de zorg heeft.

Scholing op verzoek werknemer
Het zal doorgaans lastiger voor een werknemer zijn om bij de werkgever af te dwingen dat deze hem een opleiding of cursus laat volgen op kosten van het bedrijf of in werktijd. Als de werkgever de noodzaak daarvan niet inziet en de werknemer niet kan aantonen dat bepaalde kennis noodzakelijk is voor het adequaat functioneren, dan rest hem niets anders dan de opleiding in zijn eigen tijd en voor eigen kosten te volgen. Dit kan anders zijn, als de werkgever, zoals hierboven al is aangestipt, op grond van de cao een verplichting heeft om zijn werknemers op te laten leiden.

Diploma halen
De werknemer die op kosten van de baas een opleiding volgt, al dan niet vrijwillig, dient zich ervoor in te zetten de opleiding zo goed mogelijk af te ronden. Het kan voor de functie die hij uitoefent bovendien noodzakelijk zijn dat hij een bepaald diploma of certificaat behaalt. Op termijn kan het ontbreken van een noodzakelijk diploma of certificaat zelfs aanleiding zijn om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Op zichzelf is het weigeren deel te nemen aan scholing overigens geen reden voor ontslag op staande voet. Wel kunnen de omstandigheden ertoe leiden dat een ontslag op grond van het ontbreken van de benodigde kennis terecht wordt gegeven, zeker op de langere termijn.